Solo over het groot dierenbos in het jaar nul van de Vlaamse onafhankelijkheid (Martha!Tentatief) is een verhaal van B., het Beest. Hét verhaal van de laatste twee jaar. En het heeft hem pijn gedaan (nog altijd), en dat toont hij op een podium bevolkt met rare dieren.
Op de nacht van de Vlaamse onafhankelijkheid sterft Buurman, de buurman van het Beest. Het beest had het gemerkt en toch weer niet (de TV van Buurman stond loeihard gedurende de volledige nacht), modern stadsdier dat hij is. Nadien sterft de papa van zijn vrouw. Een nonkel en een tante. Hij ziet veel verdriet en twijfel verteert hem. Zelfs van een vakantie aan de kust kan niet meer genoten worden. Het Beest staat onder een lantaarnpaal, naast een vuilbak. De Waaslandwolf en een lelijke kraai zijn imaginaire raadgevers die het Beest uitlachen in al zijn naaktheid.
Het verhaal begint met een dood, en eigenlijk is er geen happy end, enkel de constatatie dat het beest naakt is, door de jaren heen een schelp heeft ontwikkeld om zich te beschermen, bij elke aanraking ineenkrimpt en een slijmspoor achterlaat. De andere dieren in het grote dierenbos hebben een vale pels, zijn hele plukken haar verloren en drinken Cara pils op een plein, bevolkt met verslaafden en bibliotheekgangers.
Het Fort in Mortsel, waar dit stuk speelt, is een onaangename plek. Het is er koud, de banken zitten ongemakkelijk en dus moet ik over een weer schuiven om een positie te vinden waar mijn gat niet al te veel zeer doet. Maar dat helpt niet veel. De doden in het stuk zijn echte doden. Hun dood heeft B. hard geraakt. En dat toont hij, in een pijnlijke eerlijkheid. Nu weet ik wel dat schrijven altijd liegen is, en een autobiografie ook woorden kiest met een bepaalde bedoeling. Laat nu net dat autobiografische de echte reden van mijn ongemakkelijk heen en weer schuiven zijn. We kennen de twee hoofdpersonages (niet erg goed, maar we zien ze graag) en zien ze on stage emotioneel uitgekleed. Het heeft iets pijnlijk voyeuristisch, als ingezoomde details opeens tastbaar worden want we weten dat ze echt bestaan.
Deze bedenking geldt waarschijnlijk niet voor mensen die het Beest en zijn vrouw niet kennen. Je krijgt dan een mooie, trieste, intieme vertelling op ongemakkelijke koude banken met, weeral, een mooi decor.